De jonge Wit-Russische Laila krijgt een onaangename verrassing als ze in Amsterdam aankomt: in plaats van aan de slag te kunnen als seizoensserveerster in de horeca, belandt ze in de klauwen van brute pooiers. In het bordeel van nachtclubeigenaar Jos Zwolsman moet Laila “haar schulden aflossen” voor het “uitzendbureau” om haar paspoort terug te krijgen. Wanneer ze spontaan probeert te ontsnappen, wekt de moedige vrouw de interesse van de Amsterdamse politie. Inspecteur Bram de Groot en zijn Duitse collega Alex Pollack, die het etablissement al lange tijd zonder succes observeren, werven haar aan als informant. Het gaat hen echter niet alleen om Zwolsman, maar vooral om zijn internationaal gezochte geldschieter: de “tuinman”, die tot nu toe een schim was voor de politie. Pollack moet echter bijzonder voorzichtig zijn, omdat Laila’s zoon Yuri, die bij haar moeder in Wit-Rusland is, ook gevaar zou kunnen lopen als hij wordt ontmaskerd. Laila weet ook dat ze op niemand kan vertrouwen – zelfs niet op Pollacks belofte van veiligheid. Laila vertrouwt alleen op zichzelf en begint een dubbel spel.